Het Korpsbrevet onlosmakelijk verbonden met de politie
Oud korpsbrevet waarop de spreuk 'Vigilat ut quiescant' (Hij waakt opdat zij rusten) en het huidige korpsbrevet 'Waakzaam en dienstbaar'
De oude Latijnse spreuk 'Vigilat ut quiescant' sierde lange tijd het korpsbrevet van de Nederlandse politie. Vanaf de reorganisatie in 1994 veranderde het motto in waakzaam en dienstbaar. In beide gevallen wordt echter aangegeven dat de politie in dienst staat van de samenleving.
Natuurlijk, onze politie is niet afkomstig van een andere planeet, het zijn mensen, zoals jij en ik. Ook zij maken fouten in hun leven en werk, net zoals wij. Fouten van politiemensen worden onder het vergrootglas gelegd, omdat zij nu eenmaal een verantwoordelijke taak binnen de samenleving hebben. Beslissingen worden al snel als fout betiteld, zeker als er nadelige gevolgen aan zijn verbonden. Politiemensen nemen altijd en overal beslissingen, die soms tot een fout kunnen leiden. Zij doen hun werk hoofdzakelijk zichtbaar in het publieke domein, voor het oog van iedereen en de camera’s op I-pads, I-phones en tablets. De politie is er onder meer voor onze veiligheid op straat en in huis, opdat wij ons rustig op een oor kunnen leggen. Uiteraard zijn wij burgers verantwoordelijk voor ons eigen gedrag, alhoewel het er steeds meer op lijkt dat het met die verantwoordelijkheid niet zo nauw meer wordt genomen. Wij wijzen liever naar een ander dan zelf op te komen voor ons handelen of onze nalatigheden. |
(Bron: de Volkskrant, 24 september 2008)
Alle agenten in Nederland dragen vanaf 11 oktober een nieuw zogeheten korpsbrevet, een politieembleem met de woorden 'waakzaam en dienstbaar'. Dit motto werd al langere tijd door de politie Amsterdam-Amstelland naar buiten gedragen. ,,De basis voor ons werk'', aldus korpschef Bernard Welten. De tekst waakzaam en dienstbaar komt uit de koker van het hoofdstedelijke korps. Op naambordjes van agenten stond het motto al twee jaar; later verscheen het op drukwerk, vlaggen en dienstauto's. Welten heeft naar aanleiding van de nieuwe brevetten alle agenten van zijn korps een brief gestuurd waarin hij nog eens uitlegt wat waakzaam en dienstbaar volgens hem betekenen. ,,Die twee woorden zijn afgeleid van onze missie: waakzaam en dienstbaar staat bij de politie voor de waarden van de rechtsstaat'', aldus de hoofdcommissaris. ,,En daarbij gaat het dan om de waarden vrijheid en gelijkwaardigheid. Zij zijn het fundament van onze democratische samenleving. Als politie is het ons vak die waarden te beschermen en te ondersteunen.'' |
Aanleiding ontstaan 'Circus Roets'
Het instituut 'Circus Roets' binnen het opleidingstraject van Bureau Vorming & Opleiding van de politie Rotterdam was ontstaan naar aanleiding van het feit dat over een lange periode een groot aantal adspiranten de politieopleiding volgden, die nog geen 20 jaar oud waren en meestal niet de militaire dienstplicht hadden vervuld. Commissaris Van de Beek, (afbeelding) was de mening toegedaan dat, na het behalen van het politiediploma door de dan tot agent bevorderde adspiranten, ook militair gevormd dienen te worden. Brigadier Roets werd daartoe in 1965 overgeplaatst naar het Bureau opleiding met de opdracht een driemaandelijkse cursus samen te stellen. Alvorens hier samen met (hoofd)agent Piet vanderM. mee te beginnen volgde Roets in Hilversum een cursus (mogelijk pedagogie) aan het toenmalige Instituut voor Hogere Politieambtenaren. Later kreeg Roets assistentie van Gijs vanS., Theo vanderL. en HenkR. |
Bron: Provinciale Zeeuwse Courant | 2000 | 21 februari 2000 | pagina 11. Hier woont Roets nog in de Scheldestraat (14) in Breskens. Zijn echtgenote uit Rotterdam is daar al in juni 1950 gaan wonen. Mogelijk ook zijn ouderlijk huis.
20 oktober 1950 | De Schakel | pagina 3
Te Amersfoort slaagde voor het politiediploma onze vroegere dorpsgenoot A. F. Roets, thans te Rotterdam. ... Breskens. |
A.F. Roets (1924 - 2004)
Roets die de geboortenamen Aloijsius Franciscus droeg en de roepnaam Lex, is in 1924 geboren en kwam in 1946 bij de Rotterdamse politie in dienst. Roets heeft nog even een uitstapje naar de gemeentepolitie Vlissingen gemaakt. Om voor auteur onbekende reden is Roets weer in dienst getreden bij de Rotterdamse politie. In 1981 heeft Roets om gezondheidsredenen het Rotterdamse korps verlaten. In 2004 overleed Roets in het plaatsje Breskens aan de rivier de Wester-Schelde op 80 jarige leeftijd (Breskens ligt aan de overkant van zijn vroegere werkomgeving Vlissingen). |
Bron: Provinciale Zeeuwse Courant | 2004 | 31 maart | 2004
30 december 1955 | De Schakel | pagina 2
Onze vroegere dorpsgenoot, de heer A. F. Roets, agent van politie te Rotterdam, is met ingang van 1 Jan. a.s. bevorderd tot hoofdagent aldaar. ... Breskens. 21 oktober 1997 | Provinciale Zeeuwse Courant | pagina 22
BRESKENS - De 73-jarige A F. Roets uit Breskens heeft deze week een onderscheiding gekregen, omdat hij vijftig jaar lid is van de Algemene Christelijke Politiebond (ACP). |
Training Roets
Een politie opleidingsklas, het waren er soms meer dan drie tegelijk, ging na de 1 jarige opleiding in zijn geheel over naar de training van Roets en bleven de reeds in de politieopleiding aangewezen klasseoudsten en plaatsvervangers hiermee door gaan. Dit waren meestal wat oudere adspiranten die al in een verband bij een onderdeel van defensie werkzaam waren geweest. Het accent lag duidelijk op de jongere agenten. Zo moest regelmatig door de agenten in uniform op een DCR-rijwiel een plaatselijke kennis (puzzeltocht) worden gemaakt. Deze fietsen dienden te worden beheerd en uitgegeven. Hiertoe werd meestal een klassenoudste of vervanger aangewezen. Zij werden zogezegd uit de wind gehouden.
Een politie opleidingsklas, het waren er soms meer dan drie tegelijk, ging na de 1 jarige opleiding in zijn geheel over naar de training van Roets en bleven de reeds in de politieopleiding aangewezen klasseoudsten en plaatsvervangers hiermee door gaan. Dit waren meestal wat oudere adspiranten die al in een verband bij een onderdeel van defensie werkzaam waren geweest. Het accent lag duidelijk op de jongere agenten. Zo moest regelmatig door de agenten in uniform op een DCR-rijwiel een plaatselijke kennis (puzzeltocht) worden gemaakt. Deze fietsen dienden te worden beheerd en uitgegeven. Hiertoe werd meestal een klassenoudste of vervanger aangewezen. Zij werden zogezegd uit de wind gehouden.
BALHOOFDPLAATJES van Adriaan van Servellen die in 1905 een groothandel in fietsonderdelen in Rotterdam begon, op het adres De Oppert 97. Hij liet het merk ‘Ornatus’ deponeren, wat zoveel betekent als ‘volledig toegerust’. Het bedrijf zelf ging De Centrale Rijwielhandel heten, afgekort DCR. Pas later werd dat ook een merknaam, en dat was toen de Rotterdamse politie DCR uitkoos om op contractbasis de dienstfietsen voor agenten, brigadiers en adjudanten te gaan leveren. Inspecteurs en commissarissen kregen een .....Na het faillissement in 1982 sloot de politie een contract met Sparta.
Naamgeving 'Circus Roets'
in de beginjaren van de cursus Roets werden fietstrainingen met het DCR-rijwiel gehouden op de binnenplaats van een bureau. Kennelijk werd deze activiteit door de in het bureau al werkzame collega's ervaren als een circus, waarna al snel de naam voor deze training 'Circus Roets' ontstond.
in de beginjaren van de cursus Roets werden fietstrainingen met het DCR-rijwiel gehouden op de binnenplaats van een bureau. Kennelijk werd deze activiteit door de in het bureau al werkzame collega's ervaren als een circus, waarna al snel de naam voor deze training 'Circus Roets' ontstond.
Luitenant Kolonel J.H. Ranft, voormalig Commandant Korps Commandotroepen (C-KTC) (1959 - 1961) temidden van het slot Moermond in Renesse waar hij vanaf 1965 met zijn Outward Bound School (OBS) samen met brigadier Roets trainingen verzorgde voor net aangestelde vnl. jonge Rotterdamse politieagenten.
Outward Bound School (OBS)
Aan het begin van de Roets training in 1966 werd de eerste vier weken gebruik gemaakt van de Outward Bound School (OBS) in het slot Moermond in Renesse. Door de agenten in deze periode les te geven in onder meer zeilen, roeien, splitsen en knopen leggen en op sportief gebied in veldlopen, judo, boksen en atletiek, aangevuld met gemeenschappelijke corveediensten, moesten deze activiteiten aan deze intensieve training bijdragen. Aan deze cursus die geleid werd door de oud-commandant van het Korps Commandotroepen (KCT), Luitenant Kolonel J.H. Ranft, geassisteerd door gedreven sportinstructeurs, namen ook cursisten deel van politieopleidingen uit o.m. Delft, Gouda en Utrecht en van buiten de politie. Voornamelijk zonen van welgestelde ouders. Ook de Havenvakschool maakte gebruik van deze OBS-training. Conform de regels van een commandotraining waarin roken en het drinken van alcoholische versnaperingen uit den boze was werden fysieke en geestelijke grenzen opgezocht met de bedoeling deze ook eens te overschrijden. 6 uur 's ochtends begon een looptraining die eindigde in de laatste week met een afstand van 10 kilometer. Samenwerking was het uitgangspunt. Dan werd vooral gekeken wie de leidersrol oppakte. Zeilen met windstil weer betekende dat het alternatief een zware roeitocht werd. |
De laatste drie dagen stond in het teken van een trektocht over het eiland met een opgegeven route waarbij ook enige opdrachten dienden te worden uitgevoerd. Eten diende je zelf te regelen. . Na de OBS-periode kwamen de agenten nog acht weken onder de hoede van de Roets-training. Met als reden dat de OBS-training geen discipline kende werd na enige jaren de samenwerking beëindigd. De OBS-training werd voortaan in de Roets-training geïntegreerd. |
Vaste aanstelling
Om na drie jaar in politiedienst te zijn geweest in aanmerking te komen voor een vaste aanstelling telde voor het eindoordeel niet alleen het behaalde rijbewijs en een goede beoordeling van je ploegbrigadiers, maar ook die van Roets. Niet altijd werd het oordeel van Roets meegeteld en haalde een enkeling de eindsprint niet en kon ondanks het politiediploma aan het einde van de proeftijd een andere baan worden gezocht. Roets had daarbij kennelijk dus een grote vinger in de pap.
Het uitgangspunt van 'Circus Roets' was om met de eerder genoemde activiteiten van jeugdige agenten in een relatief korte periode 'mannen te maken'. Buiten de theorielessen en de nodige oefeningen (voornoemd) dienden eveneens de donderpreken van Roets te worden aangehoord.
In de training Roets was men voortdurend op pad naar de verschillende locaties zoals het Kralingse bos, de brandweerkazerne aan de Baan en de trainingskampen in Oosterhout en de Zuid-Hollandse eilanden.
Buiten dat als vervolg op de politieopleiding enkele dagen per week in het Oostelijk zwembad werd getraind voor het diploma Zwemmend Redden (Reddend Zwemmen) van de KNBRD, werd er veel gefietst, gemarcheerd, gesport en geoefend. Hiertoe werd gebruik gemaakt van trainingskampen in Numansdorp (Fort Buitensluis), Ouddorp, Dorst, Lage Mierde en Breda. Een 'buitengaatse' activiteit in één van die plaatsen kon wel eens 5 dagen in beslag nemen. Burgers in de omgeving van die trainingsplekken waren door Roets gerecruteerd om aan rollenspellen deel te nemen. Zij deden dit met veel plezier.
Om na drie jaar in politiedienst te zijn geweest in aanmerking te komen voor een vaste aanstelling telde voor het eindoordeel niet alleen het behaalde rijbewijs en een goede beoordeling van je ploegbrigadiers, maar ook die van Roets. Niet altijd werd het oordeel van Roets meegeteld en haalde een enkeling de eindsprint niet en kon ondanks het politiediploma aan het einde van de proeftijd een andere baan worden gezocht. Roets had daarbij kennelijk dus een grote vinger in de pap.
Het uitgangspunt van 'Circus Roets' was om met de eerder genoemde activiteiten van jeugdige agenten in een relatief korte periode 'mannen te maken'. Buiten de theorielessen en de nodige oefeningen (voornoemd) dienden eveneens de donderpreken van Roets te worden aangehoord.
In de training Roets was men voortdurend op pad naar de verschillende locaties zoals het Kralingse bos, de brandweerkazerne aan de Baan en de trainingskampen in Oosterhout en de Zuid-Hollandse eilanden.
Buiten dat als vervolg op de politieopleiding enkele dagen per week in het Oostelijk zwembad werd getraind voor het diploma Zwemmend Redden (Reddend Zwemmen) van de KNBRD, werd er veel gefietst, gemarcheerd, gesport en geoefend. Hiertoe werd gebruik gemaakt van trainingskampen in Numansdorp (Fort Buitensluis), Ouddorp, Dorst, Lage Mierde en Breda. Een 'buitengaatse' activiteit in één van die plaatsen kon wel eens 5 dagen in beslag nemen. Burgers in de omgeving van die trainingsplekken waren door Roets gerecruteerd om aan rollenspellen deel te nemen. Zij deden dit met veel plezier.
Bron: Fort Buitensluis. In 1793 werd naast de haven van Numansdorp een aarden fort aangelegd. Doel van dit fort was om de scheepvaart tussen de Volkerak en het Hollandsch Diep in de gaten te houden. Onder het Tweede kabinet van Thorbecke werd in 1862 het fort versterkt. Vanaf 1874 is het fort onderdeel van de Stelling van het Hollandsch Diep en het Volkerak. In 1915 werd het fort voor de tweede keer versterkt, deze keer met gewapend beton. Dit fort werd over een langere periode gebruikt door Militairen als de politie Rotterdam.: |
|
Fort Buitensluis
Het eerdergenoemde Fort Buitensluis in Numansdorp , ook wel Fort Numansdorp genoemd, liggend aan het Hollandsdiep, was eigendom van Defensie. Dit fort werd door 'Circus Roets' gebruikt voor trainingen Het verplaatsen daar naar toe van de agenten werd op meerdere manieren ingevuld. Dit kon fietsend, deels marcherend en met beschikbaar vervoer (in die periode een Citroen HY) worden afgelegd. Bij aankomst waren de agenten al geheel 'uitgewoond', terwijl de oefeningen nog moesten beginnen. Bij de oefeningen werden soms angstige momenten doorgebracht als binnen in de bunker een oefening werd gehouden met het dragen van gasmaskers. In de met rook of traangas gevulde afgesloten ruimtes, bood bij het betreden van die ruimte de slechte kwaliteit van het gasmasker geen enkele bescherming. Door Roets (c.s) werden de reacties hierop feilloos waargenomen.
Het eerdergenoemde Fort Buitensluis in Numansdorp , ook wel Fort Numansdorp genoemd, liggend aan het Hollandsdiep, was eigendom van Defensie. Dit fort werd door 'Circus Roets' gebruikt voor trainingen Het verplaatsen daar naar toe van de agenten werd op meerdere manieren ingevuld. Dit kon fietsend, deels marcherend en met beschikbaar vervoer (in die periode een Citroen HY) worden afgelegd. Bij aankomst waren de agenten al geheel 'uitgewoond', terwijl de oefeningen nog moesten beginnen. Bij de oefeningen werden soms angstige momenten doorgebracht als binnen in de bunker een oefening werd gehouden met het dragen van gasmaskers. In de met rook of traangas gevulde afgesloten ruimtes, bood bij het betreden van die ruimte de slechte kwaliteit van het gasmasker geen enkele bescherming. Door Roets (c.s) werden de reacties hierop feilloos waargenomen.
Reviews
Ondanks de slechte reviews van de Roets-training die het image hadden van 'bloed, zweet en tranen' bleek achteraf dat het de meeste collega's was meegevallen en keken ze terug op een periode waarin het uiterste van je werd gevergd, maar je uiteindelijk toch onderling veel lol had gehad.
Ondanks de slechte reviews van de Roets-training die het image hadden van 'bloed, zweet en tranen' bleek achteraf dat het de meeste collega's was meegevallen en keken ze terug op een periode waarin het uiterste van je werd gevergd, maar je uiteindelijk toch onderling veel lol had gehad.
Een Roets-cursist geeft zijn persoonlijke beleving als volgt weer:
"Wat een tijd was dat bij 'Circus Roets'. Dat zo'n man zoveel invloed kon hebben bij de politie. Even fietsen vanaf het Marconiplein naar Numansdorp op de DCR. Het bewaken van de grens Nederland België. De nachtelijke tochten in je eentje door het Brabantse land. Achteraf was het een leuke tijd'.
"Wat een tijd was dat bij 'Circus Roets'. Dat zo'n man zoveel invloed kon hebben bij de politie. Even fietsen vanaf het Marconiplein naar Numansdorp op de DCR. Het bewaken van de grens Nederland België. De nachtelijke tochten in je eentje door het Brabantse land. Achteraf was het een leuke tijd'.
Meerdaagse oefeningen
Auteur heeft aan de eerdergenoemde meerdaagse trainingen deelgenomen. In opleiding zijnde vliegers van de Koninklijke Luchtmacht (KL) dan wel cadetten van de Koninklijke Militaire Academie (KMA) in Breda waren volgens de oefening neergeschoten of uit krijgsgevangenschap ontsnapt. Zij dienden dan met behulp van de ondergrondse (burgermedewerkers) om aan arrestatie van de agenten te voorkomen de eigen linies zien te bereiken. De Roets-training beschikte soms over fietsen, een portretfoto van de officieren in spé of er werd gedurende voor de nachtrust bestemde tijd een te patrouilleren gebied aangewezen.
Tijdens een dergelijke actie kwam het regelmatig voor dat de agenten die geposteerd waren in een bepaald te patrouilleren gebied, in een bosrijke omgeving, zo moe waren dat zij ter plekke in slaap vielen. Zere voeten van het lopen en een pijnlijke bibs van het fietsen hielpen daaraan mee. Zowel de agenten als de militairen hadden maar beperkte middelen om die periode te kunnen overleven. De agenten en cadetten mochten geen gebruik maken van eventueel bij zich dragend geld. Zowel de agenten als de cadetten werden gedurende de oefening gecontroleerd op niet toegestane handelingen, zoals het gebruik maken van busvervoer of zich liftend verplaatsen. De instructeurs van zowel de militairen als de politie controleerden hierop. Ook de boswachter had een informantenrol. . Werden zij betrapt werd de oefening als niet uitgevoerd bestempeld. Soms kwam het voor dat de agenten toch gevangenen maakten. Zij dienden hen te bewaken en te verhoren. Doordat de cadetten zoals opgedragen de Conventie van Genève strikt toepasten verstrekten zij uitsluitend naam en rang. Daardoor werden de cadetten door de agenten zodanig stevig aangepakt dat er wel eens te vrij met het Wetboek van Strafvordering werd omgegaan. Doordat de cadetten wisten dat zij bij een dergelijke oefening beoordeeld werden waren zij extra inventief om een ontsnappingsscenario te bedenken.
Auteur heeft aan de eerdergenoemde meerdaagse trainingen deelgenomen. In opleiding zijnde vliegers van de Koninklijke Luchtmacht (KL) dan wel cadetten van de Koninklijke Militaire Academie (KMA) in Breda waren volgens de oefening neergeschoten of uit krijgsgevangenschap ontsnapt. Zij dienden dan met behulp van de ondergrondse (burgermedewerkers) om aan arrestatie van de agenten te voorkomen de eigen linies zien te bereiken. De Roets-training beschikte soms over fietsen, een portretfoto van de officieren in spé of er werd gedurende voor de nachtrust bestemde tijd een te patrouilleren gebied aangewezen.
Tijdens een dergelijke actie kwam het regelmatig voor dat de agenten die geposteerd waren in een bepaald te patrouilleren gebied, in een bosrijke omgeving, zo moe waren dat zij ter plekke in slaap vielen. Zere voeten van het lopen en een pijnlijke bibs van het fietsen hielpen daaraan mee. Zowel de agenten als de militairen hadden maar beperkte middelen om die periode te kunnen overleven. De agenten en cadetten mochten geen gebruik maken van eventueel bij zich dragend geld. Zowel de agenten als de cadetten werden gedurende de oefening gecontroleerd op niet toegestane handelingen, zoals het gebruik maken van busvervoer of zich liftend verplaatsen. De instructeurs van zowel de militairen als de politie controleerden hierop. Ook de boswachter had een informantenrol. . Werden zij betrapt werd de oefening als niet uitgevoerd bestempeld. Soms kwam het voor dat de agenten toch gevangenen maakten. Zij dienden hen te bewaken en te verhoren. Doordat de cadetten zoals opgedragen de Conventie van Genève strikt toepasten verstrekten zij uitsluitend naam en rang. Daardoor werden de cadetten door de agenten zodanig stevig aangepakt dat er wel eens te vrij met het Wetboek van Strafvordering werd omgegaan. Doordat de cadetten wisten dat zij bij een dergelijke oefening beoordeeld werden waren zij extra inventief om een ontsnappingsscenario te bedenken.
Ontsnapping cadetten
Zo is het voorgekomen dat twee gevangengenomen vliegers in opleiding het voor elkaar te krijgen dat zij de twee agenten zich lieten uitkleden, hun uniformen aan te trekken (meestal was dit een soort ME-pak of overall met politiepet) en vervolgens met gebruikmaking van een DCR-dienstfiets te ontsnappen. De agenten hadden zij geboeid achtergelaten in oud niet in gebruik zijnd gebouwtje. Hoe kon dit plaats vinden? De cadetten waren één voor één aangehouden en bleken bijzonder sympathiek. Zij trachten met de agenten zodanig in gesprek te raken dat het resultaat hiervan was dat uiteindelijk de agenten met hun eigen boeien aan elkaar geboeid in hun onderbroek in het oude gebouwtje werden achtergelaten. De vliegers in spé waren zo vriendelijk geweest ook hun rijbewijs, portemonnees e.d. mee te nemen, dus zij kenden ook de identiteit van de agenten. In de oefeningen was altijd een zodanige veiligheid ingebouwd dat de agenten in bepaalde dringende situaties een aan hen verstrekt telefoonnummer konden bellen. Echter dit telefoonnummer was inmiddels in het bezit gekomen van de ontvluchte cadetten. Zij waren zo vriendelijk om pas uren na het gebeurde telefonisch met brigadier Roets in contact te treden. Zij stelden hem op de hoogte van het feit dat zij twee agenten hadden opgeborgen in een oud gebouwtje nabij een brug waarvan zij de naam niet kenden. Roets en PietvdM gingen vervolgens op onderzoek uit en vonden de twee agenten in alleen in onderbroek gekleed, verkleumd en door muggen gestoken. De plaatselijke smid moest de boeien doorzagen. De smid liet duidelijk merken dat dit een leuke situatie was dat agenten zelf geboeid waren en er geen sleuteltje voor handen was om deze los te maken.De agenten waren begrijpelijk minder opgewekt in deze omstandigheden.
Leiderschapstrainingsbaan, droppings en schietoefeningen
Wekelijks werd met een groep agenten naar Breda gereden om daar op de schietbaan van de KMA schietoefeningen te houden. Later werd ook gebruik gemaakt van andere legerplaatsen zoals de Koningin Wilhelmina kazerne (aan de Putseweg 80 in Ossendrecht, halverwege Ossendrecht en Putte). Meestal werden de schietoefeningen gecombineerd met het uitvoeren van diverse oefeningen op de Letra-baan (Leiderschapstrainingsbaan). Er werd aan een groep een opdracht gegeven om met behulp balken, touwen, oliedrums etc. bijvoorbeeld een diepe tankgracht te overbruggen. De hulpmiddelen leken onvoldoende om de opdracht met succes te kunnen uitvoeren. Met enige creativiteit, de inventiviteit van de groep agenten en de nauwe samenwerking moest kunnen leiden om het doel toch te kunnen bereiken. Het doel kon tweeledig zijn; bij niet aanwijzing van een leider kon vastgesteld worden wie als natuurlijke leider van de groep kon functioneren. De andere kant is dat gecheckt zou kunnen worden of bij de aanwijzing van een agent voor de opdracht deze als leider zou kunnen fungeren.
Droppings
De oefeningen voor de agenten werden buiten onder alle omstandigheden uitgevoerd. Eén van de onderdelen van de training Roets was kaartlezen. Met een aangewezen koppel agenten dienden opdrachten te worden uitgevoerd. Het koppel agenten kreeg bij elk punt een nieuw coördinaat op om daar naar toe te lopen en tegelijkertijd een nieuwe opdracht. Het uitgangspunt van de opdracht was om vast te stellen of het koppel daadwerkelijk de gehele route had gelopen.
De routes waren zodanig uitgezet dat een koppel nimmer kon oplopen met een ander koppel.
Auteur herinnert zich nog dat de dropping in de voor de nachtrust bestemde tijd uitgevoerd diende te worden in de de nabijheid van de Belgische grens in een bosrijke omgeving. Met de ME-wagens werd een groep van zeker 60 agenten naar een café in dat gebied gebracht. Na een kop koffie en de verdeling van de koppels werd met tussenpozen een koppel de eerste opdracht, een zaklantaarn en een kaart van de omgeving verstrekt. Met mijn maat JosH hadden we afgesproken afwisselend de kaart te lezen per opdracht. Echter in de loop van de nacht bleek dat Jos de kaart wat anders interpreteerde dan auteur. Er was weinig overtuigingskracht nodig om verder het lezen van de kaart in één hand te houden. Roets begreep dat hij in deze situatie hierop niet moest reageren.
Persoonlijke ervaring Circus Roets
Persoonlijk heeft auteur er geen moeite mee gehad het drie maandelijkse instituut Circus Roets te volgen. Op zich zat er veel afwisseling in de gehele cursus. Verbleef men veel buiten met lopen, fietsen en het uitvoeren van opdrachten. Kennelijk vanwege het feit dat auteur al een militair verleden had en ruim een jaar actief was geweest bij de Spoorwegrecherche (politie) Amsterdam, had ik de opstelling 'zij maken mij de pis niet lauw'. Dit bleek ook al snel want Roets vroeg regelmatig bij groepsopdrachten samen bijvoorbeeld soep warm te maken welke we in blikken hadden meegenomen. Zelfs bij fietstochten met opdrachten mocht auteur de fietsen uitgeven. Zoals als eerder aangegeven Roets wilde auteur uit de wind houden. Met andere woorden voor auteur was een dergelijke drie maanden niet noodzakelijk.
Resumerend
De drie maanden Circus Roets werd over het algemeen als een afmattende en slopende periode ervaren . Door tijdens de activiteiten allerlei grappen uit te halen was er veel lol. De winst van deze drie maanden was dat de conditie na de politieopleiding op peil was gebleven dan wel verbeterd. Door de vele oefeningen en opdrachten was ook de mentale weerbaarheid versterkt. De winst was vooral voor de agenten die na de middelbare school direct naar de politieopleiding waren gegaan.
Einde.*******************************************************************************************************************************************
Zo is het voorgekomen dat twee gevangengenomen vliegers in opleiding het voor elkaar te krijgen dat zij de twee agenten zich lieten uitkleden, hun uniformen aan te trekken (meestal was dit een soort ME-pak of overall met politiepet) en vervolgens met gebruikmaking van een DCR-dienstfiets te ontsnappen. De agenten hadden zij geboeid achtergelaten in oud niet in gebruik zijnd gebouwtje. Hoe kon dit plaats vinden? De cadetten waren één voor één aangehouden en bleken bijzonder sympathiek. Zij trachten met de agenten zodanig in gesprek te raken dat het resultaat hiervan was dat uiteindelijk de agenten met hun eigen boeien aan elkaar geboeid in hun onderbroek in het oude gebouwtje werden achtergelaten. De vliegers in spé waren zo vriendelijk geweest ook hun rijbewijs, portemonnees e.d. mee te nemen, dus zij kenden ook de identiteit van de agenten. In de oefeningen was altijd een zodanige veiligheid ingebouwd dat de agenten in bepaalde dringende situaties een aan hen verstrekt telefoonnummer konden bellen. Echter dit telefoonnummer was inmiddels in het bezit gekomen van de ontvluchte cadetten. Zij waren zo vriendelijk om pas uren na het gebeurde telefonisch met brigadier Roets in contact te treden. Zij stelden hem op de hoogte van het feit dat zij twee agenten hadden opgeborgen in een oud gebouwtje nabij een brug waarvan zij de naam niet kenden. Roets en PietvdM gingen vervolgens op onderzoek uit en vonden de twee agenten in alleen in onderbroek gekleed, verkleumd en door muggen gestoken. De plaatselijke smid moest de boeien doorzagen. De smid liet duidelijk merken dat dit een leuke situatie was dat agenten zelf geboeid waren en er geen sleuteltje voor handen was om deze los te maken.De agenten waren begrijpelijk minder opgewekt in deze omstandigheden.
Leiderschapstrainingsbaan, droppings en schietoefeningen
Wekelijks werd met een groep agenten naar Breda gereden om daar op de schietbaan van de KMA schietoefeningen te houden. Later werd ook gebruik gemaakt van andere legerplaatsen zoals de Koningin Wilhelmina kazerne (aan de Putseweg 80 in Ossendrecht, halverwege Ossendrecht en Putte). Meestal werden de schietoefeningen gecombineerd met het uitvoeren van diverse oefeningen op de Letra-baan (Leiderschapstrainingsbaan). Er werd aan een groep een opdracht gegeven om met behulp balken, touwen, oliedrums etc. bijvoorbeeld een diepe tankgracht te overbruggen. De hulpmiddelen leken onvoldoende om de opdracht met succes te kunnen uitvoeren. Met enige creativiteit, de inventiviteit van de groep agenten en de nauwe samenwerking moest kunnen leiden om het doel toch te kunnen bereiken. Het doel kon tweeledig zijn; bij niet aanwijzing van een leider kon vastgesteld worden wie als natuurlijke leider van de groep kon functioneren. De andere kant is dat gecheckt zou kunnen worden of bij de aanwijzing van een agent voor de opdracht deze als leider zou kunnen fungeren.
Droppings
De oefeningen voor de agenten werden buiten onder alle omstandigheden uitgevoerd. Eén van de onderdelen van de training Roets was kaartlezen. Met een aangewezen koppel agenten dienden opdrachten te worden uitgevoerd. Het koppel agenten kreeg bij elk punt een nieuw coördinaat op om daar naar toe te lopen en tegelijkertijd een nieuwe opdracht. Het uitgangspunt van de opdracht was om vast te stellen of het koppel daadwerkelijk de gehele route had gelopen.
De routes waren zodanig uitgezet dat een koppel nimmer kon oplopen met een ander koppel.
Auteur herinnert zich nog dat de dropping in de voor de nachtrust bestemde tijd uitgevoerd diende te worden in de de nabijheid van de Belgische grens in een bosrijke omgeving. Met de ME-wagens werd een groep van zeker 60 agenten naar een café in dat gebied gebracht. Na een kop koffie en de verdeling van de koppels werd met tussenpozen een koppel de eerste opdracht, een zaklantaarn en een kaart van de omgeving verstrekt. Met mijn maat JosH hadden we afgesproken afwisselend de kaart te lezen per opdracht. Echter in de loop van de nacht bleek dat Jos de kaart wat anders interpreteerde dan auteur. Er was weinig overtuigingskracht nodig om verder het lezen van de kaart in één hand te houden. Roets begreep dat hij in deze situatie hierop niet moest reageren.
Persoonlijke ervaring Circus Roets
Persoonlijk heeft auteur er geen moeite mee gehad het drie maandelijkse instituut Circus Roets te volgen. Op zich zat er veel afwisseling in de gehele cursus. Verbleef men veel buiten met lopen, fietsen en het uitvoeren van opdrachten. Kennelijk vanwege het feit dat auteur al een militair verleden had en ruim een jaar actief was geweest bij de Spoorwegrecherche (politie) Amsterdam, had ik de opstelling 'zij maken mij de pis niet lauw'. Dit bleek ook al snel want Roets vroeg regelmatig bij groepsopdrachten samen bijvoorbeeld soep warm te maken welke we in blikken hadden meegenomen. Zelfs bij fietstochten met opdrachten mocht auteur de fietsen uitgeven. Zoals als eerder aangegeven Roets wilde auteur uit de wind houden. Met andere woorden voor auteur was een dergelijke drie maanden niet noodzakelijk.
Resumerend
De drie maanden Circus Roets werd over het algemeen als een afmattende en slopende periode ervaren . Door tijdens de activiteiten allerlei grappen uit te halen was er veel lol. De winst van deze drie maanden was dat de conditie na de politieopleiding op peil was gebleven dan wel verbeterd. Door de vele oefeningen en opdrachten was ook de mentale weerbaarheid versterkt. De winst was vooral voor de agenten die na de middelbare school direct naar de politieopleiding waren gegaan.
Einde.*******************************************************************************************************************************************