Inleiding
Van Marinier, via 'bovenwaterboten', tot 'subgup' | submariner
|
Bovenstaande afbeelding, van september 2016, tijdens de Wereldhavendagen, van Jolanda uit Rotterdam, van haar blog 'Rotterdam through my lens', vervat 'Brams' eigen beleving' voor wat betreft het Koninklijke Marine gedeelte. Voor het groots opgezette evenement hanteert het maritieme krijgsbedrijf een traditioneel recept. Je neemt operationele grijze schepen. Voegt daaraan een fiks aantal zeesoldaten en hun materieel toe. Vervolgens breng je het geheel op smaak met een combinatie van een ronkende NH90-boordhelikopter en de muzikale klanken van onder meer de Steelband van het Korps Mariniers. En voila: een specialiteit die er bij het grote publiek in gaat als koek.
Zoeken op deze website, eventueel op de betreffende pagina ctrl-F (ind) typen voor verder zoeken
Dat laatste geldt voor meer dingen die de Koninklijke Marine doet. Zoals deelname aan een expeditionaire amfibische landing op een vreemd strand ergens ver weg of het ruimen van een vliegtuigbom uit de Tweede Wereldoorlog op de Noordzee. Wie daarover het naadje van de kous wilde weten, ging op visite bij respectievelijk het Landing Platform Dock Zr. Ms. Rotterdam en mijnenjager Zr. Ms. Vlaardingen. Ook demonstreerde de marine hoe antipiraterij bij de Hoorn van Afrika in zijn werk gaat en hoe je drugssmokkel aanpakt in het Caribisch gebied. Voor wie er daarna nog geen genoeg van had, wachtte op de Parkkade het groots opgezette Mariniersdorp. (Bron: defensie.nl)
|
Zeker wanneer die wordt opgediend met een bijgerecht dat Zeeleeuw heet. 2 dagen lang werden lange rijen bezoekers aan boord ontvangen. Die maakten kennis met de nieuwste snufjes van de sub. Door het ingrijpende instandhoudingsprogramma Walrusklasse, kan de boot weer mee tot 2025. Die boodschap kregen alle geïnteresseerden uiteraard mee. En wat vonden we ervan? "Het ziet er binnenin precies zo uit als in de film", oordeelt meneer Verweij uit Berkel en Rodenrijs. "En om hierop te varen, moet je uit het juiste hout zijn gesneden."
|
Ook de toenmalige Spoorweg-, Gemeente- en Rivierpolitie Rotterdam komen op deze website summier aan bod. Steeds zal ik trachten de privacy te respecteren en te voldoen aan wet en regelgeving.
|
Van Marinier, via 'bovenwaterboten', tot 'subgup'
Met deze website zal ik, met verwijzing naar de stamboom van onder meer de familie Hoeijenbos (en verwanten), enige historische feiten over onze familie en mijn levensloop in het bijzonder verhalen. Hierbij blijkt dat de stad Rotterdam zowel in historische als in actuele zin een grote rol speelt in de familie Hoeijenbos en aanverwante families. Verder is op een andere website de historie van het '90 jarig bestaan van de Inlichtingendienst Rotterdam' weergegeven. Meer dan 30 jaren mocht ik bij deze dienst in uiteenlopende functies werkzaam zijn.
|
Meerdere Rotterdamse politiefunctionarissen hebben een grote rol gespeeld bij de vorming van wat nu de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) wordt genoemd.
'Onze hobby' het pleziervaren, wordt ook even aangestipt. |
================================================================== =======================================
Brams' eigen beleving
Alvorens als jongen van 15 jaar en 10 maanden oud via het NS-station Hollandsche Rading naar het keuringscentrum van de Koninklijke Marine (KM) te reizen gaat er eerst nog wat aan vooraf. Op de christelijke ULO Eindstede regelmatig de lessen volgen lukte niet altijd, de resultaten waren daar ook naar. Een aantekening in mijn rapport van de toenmalige klassendocent Pierre Versluis 'Het kunnen is er, maar het willen is niet aanwezig' maakt duidelijk dat de pijlen ergens anders op gericht dienden te worden. Doordat regelmatig zonder overleg met de schoolleiding een 'snipperdag' wordt opgenomen kon het wel eens voor komen dat de (Berg)haven van Hoek van Holland met een bezoek vereerd werd. Het was daar met al die doorgaande schepen op de Nieuwe Waterweg en de in- en uitvarende loodsboten een lust om naar te kijken. Later (vanaf 1980) mocht ikzelf vanuit deze haven mijn dienst aanvangen voor de Rotterdamse Rivierpolitie. |
Sollicitatie |
Formulier Keuring |
(Piet de Betué overleed op 1 augustus 2019 op 81-jarige leeftijd)
Voorlichtingsfilms |
Korps Mariniers
|
Wapenschild Korps Mariniers
Een wapenschild van gelakt hout met het embleem van het Korps Mariniers; het embleem ligt gelijmd op het schild. Onder het schild staat op een azuren banderol in gouden letters de korpsspreuk : "Qua Patet Orbis". (Zo wijd de wereld strekt). (Bron: maritiemdigitaal.nl) |
(ingekleurd)Hoofdingang en exercitieterrein van de marinierskazerne Van Ghentkazerne te Rotterdam, 1986 en cantine (restaurant) (Bron: Maritiem Digitaal NL)(ingekleurd)
Opkomst en opleiding tot Marinier |
Wapenschild Van Ghentkazerne (VGKAZ) (Rotterdam)
O.m. een onklaar anker met Koninklijke kroon overtopt. Verder rond schild met in midden gele ruiten met rood ingevuld (in zilver een dwarsbalk van keel, getralied van goud). Omlijst door een vergulde tros van rechtgeslagen garenwantslag ter dikte van ongeveer 1/16 van de middellijn van het schild. Aan de onderzijde van de tros in een platte knoop gelegd. |
Amfibisch Oefenkamp Texel (AOKT) krijgt naam Joost Dourleinkazerne (1983) Mariniers roeien in een rubberboot tijdens een amfibische oefening op het AOKT), met op de achtergrond een LCA landingsvaartuig (1994) (Bron: Maritiem Digitaal NL)
Amfibische training gecombineerd met sportschool |
Wapenschild Amfibisch Oefenkamp Texel (AOKT) Joost Dourleinkazerne
In zilver een landingsboot van sabel, varend op een zee, golvend gedwarsbalkt van vier stukken van azuur en zilver. II in keel een drietand, waar overheen twee schuingekruiste geweren met een opgeplante bajonet, alles van goud. III in goud twee toegewende leeuwen van keel, staande op de armen van een omgekeerd anker van sabel. Als embleemspreuk in goudkleurige letters 'Medio Fluctu Servimus (wij dienen temidden van de golven) op een blauwe banderol.
|
Opleiding tot matroos 3 |
Wapenschild Marine Opleidingskamp Hilversum (MOKH)
Spreuk: 'Constantia et Fide' (Door standvastigheid en trouw).
|
Opleiding tot matroos, Marine Opleidingskamp Hilversum (MOKH), bak 509, begin1969, nog in mariniersuniform (recht vooruit kijkend)
Hr. Ms. kruiser De Ruyter (C801) (1953 - 1973)
De twee kruisers Hr.Ms. De Ruyter en Hr.Ms. De Zeven Provinciën zijn de laatste kruisers van de Koninklijke Marine. Het waren -in een tijd van tweedehands schepen uit het buitenland- de grootste en sierlijkste naoorlogse marineschepen van Nederlandse makelij welke ooit tot de vloot van de Koninklijke marine
behoorden. Jarenlang waren het naast vliegkampschip Hr.Ms. Karel Doorman vlaggenschepen van de Nederlandse vloot. Hun uitstraling kenschetste zich door de fraaie rompvorm en torenhoge opbouw die menige bewonderenswaardige blikken oogstten van de talloze toeschouwers tijdens de vele vlagvertoonreizen die de beide schepen ondernamen. |
|
|
Een kleine greep uit de reizen en gebeurtenissen Doordat de kruisers niet gereed waren voor de Tweede Wereldoorlog, werden ze daarna in een "oorlog" ingezet waarbij zij vooral laag in het geweldspectrum actief waren. Ze vormden weliswaar een afschrikking, maar het bleef vooral bij oefenen, vlagvertoon en hulpverlening. Echte ernstinzet zoals Korea, het conflict met Indonesië en de Golfoorlog ging aan de kruisers voorbij. Wel hebben ze vele reizen gemaakt, voornamelijk voor oefeningen en vlagvertoon. Ook leverden zij noodhulp waar nodig. In dit overzicht een korte impressie. |
Telegraaf, 28-3-1956
Op 28 maart 1956 schreef De Telegraaf over een gedeserteerde Legionair, die in 1953 ruim twee maanden als verstekeling meevoer aan boord van Hr.Ms. De Zeven Provinciën. Jelle Bakker (30) besloot in Algerije, voor de tweede keer, te deserteren uit het Franse Vreemdelingenlegioen en kreeg de kans om aan boord van de kruiser te sluipen. Elf dagen kreeg hij eten van een matroos. Eenmaal bij Gibraltar kon de verstekeling, in matrozenuniform, zich ongemerkt door het schip bewegen. In Rotterdam glipte hij ongezien van boord.
In mei 1955 kregen de bezoekers aan de Vlootweek in Amsterdam de kans om één van de nieuwe kruisers te bezoeken. Hr.Ms. De Ruyter lag in onze hoofdstad en was open voor publiek.
Op 19 september 1955 vertrok Hr.Ms. De Ruyter naar de Nederlandse Antillen. Daar stapten koningin Juliana en prins Bernhard aan boord om verschillende eilanden te bezoeken.
Smaldeel I met aan het hoofd Hr.Ms. De Ruyter, en onderzeebootjagers Hr.Ms. Drenthe, Overijssel, Gelderland, het fregat De Bitter en de onderzeeboot Zwaardvis, verliet Den Helder op 2 februari 1960. De schepen zetten koers naar de Middellandse Zee. Op 1 maart 1960 was het ter hoogte van Gibraltar toen het bericht kreeg vanuit Nederland om met spoed naar Marokko op te stomen om hulp te verlenen na de aardbeving in Agadir. In de stad met 40.000 inwoners was geen huis meer intact, 15.000 mensen waren omgekomen. Samen met de Franse marine verleende het Nederlandse smaldeel (plus inmiddels Hr.Ms. Limburg) noodhulp. In het jaar 2000 (!) ontvingen de bemanningsleden het Draaginsigne "Agadir 1960".
Beeldend artikel
In de Alle Hens van augustus 1951 vroeg een dromerige redacteur aan het einde van een beeldend artikel zich af waar de kruisers zouden zijn in het jaar 2001. "Gesloopt? Gezonken? Moge zij over een halve eeuw net zo stil als nu, aan de kade van Nieuwe diep liggen, als wachtschip. Dan zullen alle wasmachines, ketels en kabels er weer uitgehesen worden om plaats te maken voor bureau's, kooien en hutten..."
Dat in vijftig jaar meer kan gebeuren dan een mens kan bevatten blijkt wel weer. In 2001 werd immers de laatste hand gelegd aan de opvolgers (LCF'en) van de opvolgers (GW's) van de kruisers. Wachtschepen waren er in 2001 allang niet meer. Maar de kruisers lagen niet stil. Zij werden verkocht aan Peru, waar de Aguirre (ex-De Zeven Provinciën) in 2005 werd gesloopt en de Almirante Grau (ex-De Ruyter) op dat moment het vlaggenschip van de Peruaanse marine, eveneens in juli 2022 , na een mislukte poging vanuit NL deze te behouden, alsnog naar een sloperij gevaren.
Op 28 maart 1956 schreef De Telegraaf over een gedeserteerde Legionair, die in 1953 ruim twee maanden als verstekeling meevoer aan boord van Hr.Ms. De Zeven Provinciën. Jelle Bakker (30) besloot in Algerije, voor de tweede keer, te deserteren uit het Franse Vreemdelingenlegioen en kreeg de kans om aan boord van de kruiser te sluipen. Elf dagen kreeg hij eten van een matroos. Eenmaal bij Gibraltar kon de verstekeling, in matrozenuniform, zich ongemerkt door het schip bewegen. In Rotterdam glipte hij ongezien van boord.
In mei 1955 kregen de bezoekers aan de Vlootweek in Amsterdam de kans om één van de nieuwe kruisers te bezoeken. Hr.Ms. De Ruyter lag in onze hoofdstad en was open voor publiek.
Op 19 september 1955 vertrok Hr.Ms. De Ruyter naar de Nederlandse Antillen. Daar stapten koningin Juliana en prins Bernhard aan boord om verschillende eilanden te bezoeken.
Smaldeel I met aan het hoofd Hr.Ms. De Ruyter, en onderzeebootjagers Hr.Ms. Drenthe, Overijssel, Gelderland, het fregat De Bitter en de onderzeeboot Zwaardvis, verliet Den Helder op 2 februari 1960. De schepen zetten koers naar de Middellandse Zee. Op 1 maart 1960 was het ter hoogte van Gibraltar toen het bericht kreeg vanuit Nederland om met spoed naar Marokko op te stomen om hulp te verlenen na de aardbeving in Agadir. In de stad met 40.000 inwoners was geen huis meer intact, 15.000 mensen waren omgekomen. Samen met de Franse marine verleende het Nederlandse smaldeel (plus inmiddels Hr.Ms. Limburg) noodhulp. In het jaar 2000 (!) ontvingen de bemanningsleden het Draaginsigne "Agadir 1960".
Beeldend artikel
In de Alle Hens van augustus 1951 vroeg een dromerige redacteur aan het einde van een beeldend artikel zich af waar de kruisers zouden zijn in het jaar 2001. "Gesloopt? Gezonken? Moge zij over een halve eeuw net zo stil als nu, aan de kade van Nieuwe diep liggen, als wachtschip. Dan zullen alle wasmachines, ketels en kabels er weer uitgehesen worden om plaats te maken voor bureau's, kooien en hutten..."
Dat in vijftig jaar meer kan gebeuren dan een mens kan bevatten blijkt wel weer. In 2001 werd immers de laatste hand gelegd aan de opvolgers (LCF'en) van de opvolgers (GW's) van de kruisers. Wachtschepen waren er in 2001 allang niet meer. Maar de kruisers lagen niet stil. Zij werden verkocht aan Peru, waar de Aguirre (ex-De Zeven Provinciën) in 2005 werd gesloopt en de Almirante Grau (ex-De Ruyter) op dat moment het vlaggenschip van de Peruaanse marine, eveneens in juli 2022 , na een mislukte poging vanuit NL deze te behouden, alsnog naar een sloperij gevaren.
|
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Hr. Ms. De Ruyter (C801) Geschiedenis Kiellegging 5 september 1939 Tewaterlating 24 december 1944 In dienst gesteld 18 november 1953 Uit dienst gesteld 13 oktober 1972 Algemene kenmerken Waterverplaatsing 9725 ton standaard 11930 ton volgeladen Afmetingen 187,3 × 17,25 Bemanning 9 73 Techniek en uitrusting Machinevermogen 82500 pk Snelheid 32 knopen Bewapening 8 × 15 cm in dubbeltorens 8 × 57 mm in dubbeltorens 8 × 40 mm (enkel) ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~ |
Plaatsing Hr. Ms. De Ruyter Als bijkomende militaire mariniers (oorlogs) taak was ik richter (vluchter/bakser) op één van de acht 40 mm (Zweedse) Bofors luchtafweergeschut kanonnen.
|
Wapenschild Hr. Ms. De Ruyter
O.m. houten wapenschild behorende bij Hr. Ms. De Ruyter (C801)). Gevierendeeld: I in keel een zilveren kruis II in azuur een aanziende geharnaste ruiter, gedekt door een helm met open vizier, gezeten op een steigerend paard en houdend in de opgeheven rechterhand een ontbloot zwaard in schuinslinkse stand, alles van zilver III in azuur een zeventiende-eeuws driemast oorlogsschip met zijn volle zeilen en vlaggen, alles van zilver, zeilende op een zee van natuurlijke kleur IV in keel een omgewend zeventiende-eeuws gevechtsklaar kanon met affuit, beneden vergezeld van drie kogels, geplaatst 1:2, alles van goud. Familiewapen.
Logboek vaarperiode |
's Ochtends werden alle dagverblijven, bars, eetzalen zorgvuldig schoongemaakt door de matrozen zonder brevet. De matrozen zonder brevet hadden tijdens wachtdiensten taken als NBCD-rondjes te lopen (soort brandwacht) of als roerganger en uitkijk op te treden. Zij sliepen meestal in het slaapverblijf Groningen in het achtergedeelte van Hr.Ms. De Ruyter met het mariniersdetachement. Totaal zeker 80 man sliepen in drie lagen boven elkaar. Deze bedden bestonden uit een metalen buis waar je met een touwtje en een canvas zeiltje met ogen je bed mee in reeg. Veel privacy had je dus niet.
Navigatie- Gevechtsinformatie School (NAVGIS)
Opleiding tot Radio Afstandpeiler Plot (Rapp.)
Hr. Ms. fregat Van Nes (F805) (1967 -1988) Plaatsingsperiode a/b Hr. Ms. Van Nes |
Wetenschappelijke vaartrip Buitendienststelling Hr. Ms. 'De Ruyter'
13 oktober 1972 wordt het schip uit dienst gesteld en voor 22½ miljoen gulden aan Peru verkocht. Het schip wordt daar op 23 mei 1973 als BAP Almirante Grau in dienst genomen. Het schip deed dienst als vlaggenschip van de Peruaanse marine en het is de laatste kruiser in de wereld in actieve dienst geweest die als primaire bewapening kanons heeft. In september 2017 definitief uit dienst gesteld. Voor dit schip werd op 25 juli 1963 bij de Koninklijke Maatschappij De Schelde te Vlissingen de eerste kielsectie geplaatst. De doopplechtigheid en tewaterlating geschiedde op 26 maart 1966 door mevr. A.E.J. Stegeman-Salomons, echtgenote van VADM Stegeman. Het schip werd op 9 augustus 1967 door staatssecretaris van Defensie A. van Es van de werf overgenomen die het schip voor indienststelling overdroeg aan de waarnemend BDZ, commandeur R.M. Elbers, waarna de aangewezen commandant KLTZ J.L. Langenberg Hr.Ms. Van Nes met naamsein F 805 voor de eerste maal in dienst stelde.
De werkzaamheden en de wachten (constant overzicht geven van koers, vaart en passeerafstanden van in de buurt varende schepen aan de officier van de wacht op de brug aan boord speelden zich in de Commandocentrale af (Paai Commandocentrale) en op de brug om bij het afmeren de opdrachten door te geven aan voor- en achterdek. Regelmatig als assistent Helicopter Directie Officier (HDO) gefungeerd. Iedere ochtend werd door mij het tijdsein gegeven en ‘Aanvang werkzaamheden’ geroepen (gepraaid). Tot september 1971 nog verschillende havens aangedaan en een varende ouderdag met mijn ouders.
|
|
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Hr. Ms. Van Nes (C805) Geschiedenis Kiellegging 25 juli 1963[1] Tewaterlating 26 maart 1966[1] In dienst gesteld 9 augustus 1967[1] Uit dienst gesteld 1988[1] Algemene kenmerken Waterverplaatsing 2835 ton[2] Afmetingen 113,4 x 12,5 x 4,2 meter[2] Bemanning 183 koppen[2] Techniek en uitrusting Machinevermogen 30.000 pk[2] Snelheid 28,5 knopen[2] Bewapening 2 x 11,4 cm kanon[2] 2 x Seacat[2] 1 x dieptebommortier[2] 6 x mk 44 torpedobuis[2] 1 x helikopter[2] ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~ |
Wapenschild Onderzeedienst (OZD)
Embleemspreuk in gouden letters: "Quamvis Patiens Acris" (Fel, ofschoon geduldig lijdend).. De OZD werd bij Koninklijk Besluit van 6 juni 1947 het ridderkruis der 4e klasse van de Militaire Willemsorde toegekend. Dit scheepsembleem is in 1964 vervangen door een embleem zonder de ridderorde. Aanleiding was het feit dat op 14 juli 1964 de OZD een eigen vaandel verkreeg waaraan de Militaire Willemsorde was bevestigd.
|
Cursus Bijwerken en Administreren van Hydrografische publicaties
Na in juli 1971 te zijn goedgekeurd, op dd 16-8-1971 geplaatst bij de Onderzeedienst, wordt vanaf dd 6-9-1971 op NAVGIS de cursus gevolgd voor het Bijwerken en administreren van hydrografische publicaties. Dit getuigschrift (zie afbeelding) dat ik op dd 24-9-1971 uitgereikt kreeg had ik nodig om aan boord van Hr. Ms. onderzeeboot Potvis mijn werkzaamheden te kunnen verrichten voor het actueel houden van zeekaarten en boekwerken (kaartenpaai) de zgn. 'Potloodmatroos'
Hr. Ms. onderzeeboot Potvis (S804) (1965 -1992)
Dokperiode, opwerken en Free Escape Training |
Inzet
Zoals ieder marineschip hebben de vier onderzeeboten nagenoeg de hele wereld overgevaren voor vlagvertoon, oefeningen en ernstmissies. Zowel de bekendste reis als het ernstigste ongeval staan op naam van Hr.Ms. Dolfijn. Deze boot werd -samen met andere eenheden- in 1962 naar Nieuw-Guinea gedirigeerd, waar het Indonesische activiteiten nauwlettend in de gaten hield. Over deze reis is het boek "Dolfijn's Odyssee" verschenen. Het ernstigste incident vond plaats in februari 1974, toen Hr.Ms. Dolfijn nabij Schotland aan de grond liep, met grote materiele schade tot gevolg. Voordelen
De romp van de onderzeeboten herbergde drie cilinders, waardoor zij, onder andere, dieper dan andere boten konden duiken. Andere voordelen die het Drie-cilinder-ontwerp had was een betere ventilatie-circulatie, een betere ruimte-indeling, twee gescheiden voortstuwings-installaties en grotere torpedo-bewapening. - voor een vlootverband uitgeschoven radarstation; - verdediging van eigen schepen tegen onderzeeboten. |
Taken
De taken van de Drie-cilinders in oorlogstijd waren volgens het marineblad 'Alle Hens' van 1961 de volgende:
De taken van de Drie-cilinders in oorlogstijd waren volgens het marineblad 'Alle Hens' van 1961 de volgende:
- aanvallen van vijandelijke oppervlakteschepen, onderzeeboten en koopvaardijschepen;
- leggen van mijnen;
- verzamelen van inlichtingen;
- afzetten en ophalen van "agenten" op vijandelijk grondgebied;
- redden van vliegtuigbemanningen bij luchtaanvallen op vijandelijk grondgebied;
- voor een vlootverband uitgeschoven radarstation;
- verdediging van eigen schepen tegen onderzeeboten.
|
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Hr. Ms. Potvis (C804) Geschiedenis Kiellegging 17 september 1962 Tewaterlating 12 januari 1965 In dienst gesteld 2 november 1965 Uit dienst gesteld 18 juni 1992 Algemene kenmerken Waterverplaatsing 1.509 ton (boven water) 1.831 ton (onder water) Afmetingen 78,3 m × 7,8 m Bemanning 67 Techniek en uitrusting Machinevermogen 2 × 1.250 pk (dieselmotor) 2 × 2.200 pk (elektromotor) Snelheid 14,5 knopen (boven water) Bewapening 8 × 21 inch torpedobuizen ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~ |
Deze missies vonden o.a. plaats in de Barentszzee en in de Middellandse Zee en waren zo geheim dat zelfs vriendschappelijke schepen niet wisten dat er een (Nederlandse) onderzeeboot in de buurt was. De Nederlandse boten voerden deze missies met regelmaat uit omdat de KM, net als nu, over zeer goede diesel-elektrische onderzeeboten beschikte die vrij ver van huis konden opereren en taken kon uitvoeren die men, o.m. vanwege de grootte met nucleaire onderzeeboten niet kon.
Vaarperiode aan boord Hr.Ms. Potvis Afbeelding: Hekbuiskamer/Bemanningverblijf Hr.Ms. Potvis. De middelste stellingen konden worden omgetoverd tot tafels, de kooien aan de zijkanten konden worden opgeklapt. In de torpedobuizen zitten Mk 37 II NC oorlogstorpedo's, te zien aan het rode bordje op de torpedobuis. (Foto: Koninklijke Marine)
|
Een voorbeeld van deze geheime operaties was "Canvas Bag", waarbij Nederlandse en Britse boten gedurende zo'n 30 dagen alles onderzochten aan Sovjet-marineschepen die nietsvermoedend voor anker lagen. Zelfs de onderzijde (schroeven, roeren, luiken, sensoren) van varende marineschepen van de Sovjet-Unie werd uitvoerig gefilmd en gefotografeerd. (Driecilinder onderzeeboten)
De Gouden Bal van Hr.Ms. Potvis, het dagverblijf voor de 10 onderofficieren. Eén van de voordelen die men in het ontwerp zag, meer ruimte, bleek er in de praktijk niet te zijn. Dit verblijf was voor 10 onderofficieren. Zij waren hier natuurlijk zelden allemaal tegelijk, maar krap was het wel. Gelukkig stond er wel een heus televisietoestel! (Foto: Koninklijke Marine) Bezoek Prins Claus |
Enige Officieren tijdens mijn marineperiode
Portretfoto's officieren Koninklijke Marine |
Portretfoto's vnl. officieren Koninklijke Marine |
Logement- en wachtschip
Hr.Ms. 'Cornelis Drebbel' |
Het logementschip Hr.Ms. Cornelis Drebbel (1970-1997) afgemeerd bij de RDM (kombuis) (Bron: Maritiem Digitaal NL)
|
Wapenschild Hr. Ms. Cornelis Drebbel
Het embleem is het huismerk van de vader van Cornelis Drebbel. De kleuren stammen uit het gemeentewapen van Alkmaar, de geboortestad van Drebbel. De herkomst van de spreuk USE THY GIFTS RIGHTLY (gebruik uw talenten juist) is onbekend. Cornelis Drebbel (1572-1634) bouwde in 1622 de eerste onderzeeboot: een soort duikerklok die door acht roeiers werd voortbewogen en ruimte bood aan zestien passagiers. Embleem gevoerd door Hr.Ms. Cornelis Drebbel (1915-1971) en Hr.Ms. Cornelis Drebbel (1971-1997).
|
Walplaatser, uit dienst, weer in dienst genomen |
Marinehospitaal Overveen (MHO) |
Wapenschild Marinehospitaal Overveen
Wapenschild Marinekazerne Driehuis (MKDH)
Sinds 1973 is de SMD gevestigd in het voormalige missiehuis in Driehuis, vlakbij het marinehospitaal Overveen, waarmee uiteraard veel contact bestaat.
|
**********************************************************einde**********************************************************************
© 2015 Brams'website ---->
|
© 2015 -
|